KLOKKIJKEN OVERZICHT
Veel leerlingen hebben moeite met kloklezen. Hieronder vindt u een stap voor stap overzicht om het klokrekenen te oefenen. Er wordt aandacht besteed aan klokkijk analoog en digitaal, maar ook aan tijdsduur bepalen, omzetten van tijdsmaten en tijdsbegrippen zoals de dagen van de week.
DIGITAAL KLOKKIJKEN OEFENEN
DIGITALE KLOK: RELATIEF AFLEZEN
- Digitale klok hele uren lezen (bv. drie uur).
- Digitale klok halve lezen (bv. half drie).
- Digitale klok kwartieren lezen (bv. kwart over drie).
- Digitale klok 5/10 min. voor/over uur lezen (bv. vijf voor drie).
- Digitale klok 5/10 voor/over half uur (bv. vijf over half drie).
- Digitale klok 1/9 voor/over half uur (bv. 9 voor half vijf).
DIGITALE KLOK: TIJDSVERSCHIL BEPALEN
- Tijdsverschil berekenen binnen het uur (per 5 minuten).
- Tijdsverschil berekenen binnen het uur (per 1 minuut).
- Tijdsverschil bepalen over het uur (per 5 minuten).
- Tijdsverschil bepalen over het uur (per 1 minuut).
ANALOOG KLOKKIJKEN OEFENEN
ANALOGE KLOK: RELATIEF LEZEN
- Analoge klok hele uren lezen (bv. vier uur).
- Analoge klok halve uren lezen (bv. half vier).
- Analoge klok kwartieren lezen (bv. kwart voor vier).
- Analoge klok 5/10 min. voor/over uur lezen (bv. vijf over vier).
- Analoge klok 5/10 voor/over half uur (bv. vijf over half vier).
ANALOGE KLOK: ABSOLUUT LEZEN
- Analoge klok hele uren (bv. 4 uur).
- Analoge klok halve uren (bv. 3 uur 30).
- Analoge klok kwartieren (bv. 3 uur 45).
ANALOGE KLOK: TIJDSVERSCHIL BEPALEN
- Tijdsverschil berekenen binnen het uur (per 5 minuten).
- Tijdsverschil berekenen binnen het uur (per 1 minuut).
- Tijdsverschil bepalen over het uur (per 5 minuten).
TIJDSBEGRIPPEN
KLOKREKENEN WERKBLADEN