HOME  |   OVERZICHT OEFENINGEN  |   PRIVACY  |   CONTACT  
KLOKKIJKEN

ANALOGE KLOK LEREN

Analoge klok relatief aflezen (hele uren).

klokrekenen spel

HOE LAAT IS HET?

Voor veel kinderen is klokkijken een struikelblok. De vraag "Hoe laat is het op de klok” kan maar beantwoord worden als de nodige voorkennis aanwezig is. Een analoge klok heeft veel afspraken waarmme de kinderen eerst vertrouwd moeten raken. Tellen (minuten en uren) maar ook terugtellen is een belangrijk rekeneigenschap die voorafgaat aan het klokrekenen. Vervolgens dien je de woorden 'voor’ en ‘over’ te begrijpen. Voor lukt nog wel, maar over als synoniem voor na vraagt meer oefening. Daarenboven heb je ook nog de combinatie met hele en halve uren. Vlot overstappen van 15:13 uur (13 minuten over 3) naar 15.17 uur (13 minuten voor half 4) is niet vanzelfsprekend.

Ook dienen we voltoende tijd uit te trekken om aandacht te geven aan de twee wijzers die verschillen in lengte en omloopsnelheid. Welke wijzer koppel je nu aan de uren en welke aan de minuten? De begrippen 'half' en 'kwart' zijn breuken en zijn niet zo simpel om te bevatten.

Het besef van al deze stappen en de afname van de analoge klok in onze samenleving doen veel scholen overstappen naar een leerlijn waarbij eerst het digitaal klokkijken wordt behandeld.

De klassieke leerlijn klokrekenen ziet er meestal als volgt uit:

We staan ook even stil bij wat ouders thuis kunnen doen om het klokkijken bij hun kinderen te ondersteunen. Bij peuters kan je al eerste begrippen aanleren: als de grote wijzer bovenaan staat, dan mag je televisie kijken.